Juryrapport Vrouw&Kultuur
Debuutprijs
"Het
is gevaarlijk in een kas als het nacht is, maar de woorden bewaken ons
en Lodewijk zegt dat de man met de steen nooit zal gooien omdat hij dan
geen steen meer heeft en geen naam." - een citaat
uit Twee linkerlaarzen; een
verfrissend, gedurfd boekje dat in bijzondere taal geschreven is en de
lezer meeneemt in de wereld van twee hartsvriendinnen. Die wereld is
fantasierijk én realistisch, tenminste als je de warrige waterval aan
gedachten bekijkt vanuit een meisjeshoofd waarin zich plotseling
-onaangekondigd en eigenlijk alleen maar onaangenaam- de liefde
aandient. Te midden van de tuinderskassen, zusjes en aanbidders,
opaatjes en moeders, en in aanwezigheid van Lodewijk staan Juul en
Marijn op het punt volwassen te worden. Hun belevenissen voltrekken
zich soms wat onnavolgbaar, maar bovenal is het geheel heel mooi, klein
en dromerig, heel jong en heel nieuw. Het is ook een quotable boek:
naast aan prikkeldraad geregen glimwormen en uit voegen vliegende
mieren, komen we schitterende beeldende taal tegen, zoals: "Vliegjes
heb ik op mijn jurk en voor de vliegjes ben ik rood en groot, een
waaiend vlak. Naast me rent Marijn, ze bekijkt me, dichtbij, van opzij
en ze trapt tegen mijn scheen. Ik zeg: " Mijn schenen bestaan want ze
worden getrapt." Twee linkerlaarzen is ongekunsteld
en origineel. Poëtisch, fantasierijk en speels 'als
een v-tje ganzen dat langsgakt.'